De willekeur in de evaluatie van EIC Accelerator: frustratie en gebrek aan verantwoordelijkheid
Inleiding: De onvoorspelbaarheid van het evaluatieproces van EIC Accelerator Het evaluatieproces van het European Innovation Council (EIC) Accelerator-programma, vooral in de stappen 1 en 2, is beladen met onvoorspelbaarheid en een gevoel van willekeur, wat leidt tot frustratie onder de aanvragers. Het gebrek aan duidelijke gevolgen voor beoordelaars die inconsistente, onjuiste of ongeïnformeerde beoordelingen geven, verergert dit probleem. De “geluksfactor” bij projectselectie Aanvragers hebben voorbeelden gemeld waarin opnieuw ingediende voorstellen met minimale of geen wijzigingen succesvol waren, waardoor de geloofwaardigheid van het proces werd ondermijnd. Deze willekeur, ook wel de ‘geluksfactor’ genoemd, is een belangrijke bepalende factor bij de selectie van voorstellen van hoge kwaliteit. Deze inconsistentie wordt verder benadrukt door gevallen waarin bedrijven worden afgewezen omdat ze een bepaald bedrag aan financiering hebben opgehaald, terwijl andere worden geselecteerd ondanks dat ze aanzienlijk meer hebben opgehaald. Gebrek aan verantwoordelijkheid en inconsistente feedback Het EIC Accelerator-programma mist een mechanisme om beoordelaars verantwoordelijk te houden voor de consistentie van hun beoordelingen. Afgewezen aanvragers zijn over het algemeen niet gemotiveerd om hun afwijzingen bekend te maken, wat leidt tot een gebrek aan transparantie in het beoordelingsproces. Deze situatie zorgt ervoor dat professionele adviseurs en schrijvers de voornaamste verzamelaars zijn van casestudies waarin deze inconsistenties gedetailleerd worden beschreven. Herindiening van voorstel: een getuigenis van willekeur Historisch gezien vereisten veel projecten meerdere indieningen (3 tot 5 pogingen) voordat ze werden gefinancierd, wat erop wijst dat het evaluatieproces te willekeurig is om consistente en wenselijke resultaten op te leveren. Ondanks verbeteringen in de feedback van beoordelaars na 2020 blijft de willekeur een groot probleem. Potentiële oplossingen om de aansprakelijkheid van beoordelaars en juryleden te verminderen: het implementeren van een systeem waarbij beoordelaars en juryleden worden beoordeeld op basis van hun nauwkeurigheid bij het nemen van beslissingen, zou een aantal van deze problemen kunnen verzachten. Er zou bijvoorbeeld een 'strike'-systeem kunnen worden ingevoerd voor beoordelaars die projecten onjuist beoordelen, waarbij stakingen kunnen worden toegekend wegens inconsistente beoordeling in vergelijking met latere fasen. Verbeterde communicatie en consistentie: Verbeterde communicatie tussen de externe beoordelaars van stap 1 en 2 en de juryleden van stap 3, die verschillende achtergronden en financieringscriteria hebben, zou kunnen helpen. Het garanderen van consistentie in de afwijzingsredenen in alle evaluatiestappen zou ook de willekeur verminderen. Het publiceren van gedetailleerde evaluatiecriteria en resultaten: Een transparantere communicatie van evaluatiecriteria en gedetailleerde, geanonimiseerde resultaten van evaluaties kunnen aanvragers duidelijkere verwachtingen geven en het verrassingselement in beslissingen verminderen. Conclusie: De willekeur aanpakken voor betere resultaten De willekeur in het evaluatieproces van de EIC Accelerator vormt een aanzienlijke uitdaging die moet worden aangepakt. Het introduceren van verantwoordingsmaatregelen voor beoordelaars en het garanderen van consistentie en transparantie in het evaluatieproces zijn cruciale stappen om van EIC Accelerator een eerlijkere en betrouwbaardere financieringsmogelijkheid voor Europese innovatoren te maken.